
Mijn kind is vaak boos: zo begeleid je driftbuien stap voor stap
Deel deze blog
Elke ouder kent het: die onverwachte, intense uitbarstingen van boosheid en spanning. Bij ons thuis noemen we dat “lava”. Soms borrelt het rustig, soms stroomt het ineens overal uit. Je kind gooit met speelgoed, stampt met de voeten en het gezicht wordt rood. Het is een krachtige, maar verwarrende emotie – voor hen én voor jou.
De grote vraag is natuurlijk: wat doe je dan?
In dit artikel lees je waarom je kind zo heftig kan reageren, wat er in het kinderbrein gebeurt en krijg je haalbare tips om je kind te begeleiden tijdens driftbuien.
Waarom die intense emoties? Een kijkje in het kinderbrein
Die heftige reacties zijn geen onwil. Ze horen bij de ontwikkeling. Het deel van de hersenen dat ons helpt rustig te blijven en te relativeren – de prefrontale cortex – is bij jonge kinderen nog lang niet volgroeid. Dit deel ontwikkelt zich zelfs pas volledig als we volwassen zijn.
Voor peuters en kleuters betekent dit dat gevoelens puur en intens naar buiten komen. Een driftbui bij je kind is dus simpelweg een teken dat hun brein nog volop aan het oefenen is. De “lava” hoort bij die reis.
Het belang van je reactie: veiligheid en vertrouwen
Hoe je reageert op een driftbui, is belangrijker dan we vaak denken. Het helpt je kind niet alleen leren omgaan met stress, maar bouwt ook mee aan gezonde relaties voor de toekomst.
Op de korte termijn gaat het vooral om veiligheid en vertrouwen. Als een kind voelt dat zijn gevoelens er mogen zijn, voelt het zich gezien en geaccepteerd – ook als de “lava” hoog oploopt.
Wat je kunt doen: concrete stappen
In onze ervaring helpt het om klein en concreet te blijven:
- Geef de emotie een naam Benoem wat je ziet: “Ik zie dat je boos bent. Je voeten stampen en je gezicht is rood. Bij ons thuis vragen we vaak: “Waar zit de lava nu?” Soms is dat in de buik, soms in de keel. Zo krijgt het gevoel een plek en wordt het minder groot en eng.
- Erken de emotie, maar zet een grens Boos zijn mag/moet, maar slaan of schoppen niet. Door dat allebei te benoemen, voelt je kind zich gehoord én leert het duidelijke grenzen kennen. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je heel boos bent, en dat is oké. Maar je mag je broertje niet slaan.”
- Bied een uitlaatklep Soms helpt een stevige knuffel. Soms is de spanning zo groot dat rennen door de kamer of in een kussen schreeuwen beter werkt. Een rustig hoekje kan ook. Er is geen gouden formule; samen ontdekken wat helpt hoort erbij.
- Praat er later over Tijdens de driftbui zelf heeft praten weinig zin. Wacht tot de rust is teruggekeerd. Dan kun je samen terugkijken. Kinderboeken zoals Het Kleurenmonster of Daantje Vulkaantje geven woorden en beelden aan gevoelens die soms te groot zijn om zelf uit te leggen.
Het hoeft niet perfect te zijn
Onthoud dat het begeleiden van driftbuien geen trucje is dat je kind morgen beheerst. Het is een vaardigheid die stap voor stap groeit – en wij ouders groeien net zo goed mee. Soms lukt het meteen, soms helemaal niet. Dat is hier ook zo!
Wat helpt, is dat er steeds meer kinderboeken zijn die emoties op een speelse manier bespreekbaar maken. Bij ons thuis zijn Het Kleurenmonster en Daantje het Vulkaantje echte favorieten. Ze geven woorden en beelden aan gevoelens die soms te groot zijn om zelf uit te leggen – en maken het net wat makkelijker om samen te praten, ook als de lava alweer is gezakt.
Ben je benieuwd welke tools er nog meer zijn om je kind verder te kunnen helpen met emoties? Neem dan eens een kijkje op onze speciale productpagina gericht op emoties.